‘Zacht, bleekroze en stevig. God heeft prachtige billen. Dat kan natuurlijk ook niet anders, het is tenslotte God.’
Column gepubliceerd in online kunsttijdschrift LUCY van CBK Utrecht op 22 maart 2012. (Scroll naar beneden om de column te lezen.)
De billen van God
Zacht, bleekroze en stevig. God heeft prachtige billen. Dat kan natuurlijk ook niet anders, het is tenslotte God. Ik zag ze in Verborgen musea – Erotische kunst van Peter Woditsch (2008), een documentaire over geheime erotische kunstverzamelingen. Daarin vertelt professor Charles Méla over de goddelijke billen die Michelangelo in de vijftiende eeuw in de Sixtijnse Kapel schilderde. Ze worden door zo’n vier miljoen mensen per jaar bezichtigd. Hoe durfde Michelangelo? Heeft opdrachtgever paus Sixtus IV het niet opgemerkt, zag hij het in naam der artistieke vrijheid door de vingers, of vond hij het een geslaagde grap? Michelangelo onthult het achterste van de schepper terloops. Als in een snapshot lijken ze haast per ongeluk op het schilderij te zijn gekomen, omdat God zich na het vervaardigen van de zon en de maan en het scheiden der elementen bruusk omdraait, zodat zijn billen tussen zijn wapperende gewaden door zichtbaar worden.
Het is ongelooflijk: in het hart van Vaticaanstad zweeft Michelangelo’s God al eeuwen in deze compromitterende positie boven de lokale geestelijke bevolking in haar lange habijten, boven de toeristen die hun schouders en knieën van de paus moeten bedekken. Het grappige is, dat ik jaren geleden zelf als scholier onder Michelangelo’s fresco-gewelf heb gestaan en niets in de gaten had. Ik zal de hemelse billen hoogstens werktuiglijk hebben geregistreerd. Als er een gids was geweest die had gewezen en gezegd: ‘Kijk, de billen van God!’ had ik ze waarschijnlijk heel opmerkelijk gevonden, maar op eigen kracht en zonder hulp van de taal was ik ziende blind geweest. Ik zag wat ik verwachtte te zien: vrome kunst. Elk spoor van onheilige erotiek was aan mij verspild.
Nu weet ik dankzij Peter Woditsch’ documentaire dat het Vaticaan een van de grootste collecties pornografie ter wereld bezit. Teneinde na de uitvinding van de boekdrukkunst grip te houden op de nieuwe stroom blasfemische en onzedelijke teksten en illustraties zette de katholieke kerk de Index librorum prohibitorum op: een lijst van verboden boeken. Om deskundig te kunnen verbieden hield men nauwgezet in de gaten wat er allemaal voor verderfelijks op de markt kwam. De Index-collectie is helaas niet publiek toegankelijk, maar kunstenaar en verzamelaar Jean-Jacques Lebel mocht er ooit een blik op werpen. Hij zag kasten vol mannelijke geslachtsdelen. Afkomstig van klassieke beelden, aangekocht door kunstminnende pausen. De beelden werden voor ze in de wandelgangen van het Vaticaan mochten plaatsnemen ontmand, hun penissen netjes geëtiketteerd en opgeborgen. De castratiewonden werden afgedekt met marmeren vijgenblaadjes. Eerst werd ik erg vrolijk bij de gedachte aan deze opgeborgen geslachten, maar nu de gedwongen castratie van Henk Heithuis aan het licht is gekomen valt er minder te lachen.
Andere museale instellingen hebben hun doorgaans heidense erotische kunst anders aangepakt. Zo staat er in de Villa Borghese in Rome een beeld van een hermafrodiet die op zijn of haar zij ligt te slapen. De zijde waar je kan zien dat het beeld zowel borsten als een penis bezit, is tegen de muur geschoven. De argeloze bezoeker ziet slechts de achterkant en heeft de tweeslachtigheid van het beeld niet in de gaten. Als ik aan mijn jeugdige desinteresse voor de billen van God denk, zou ik haast denken dat de Villa Borghese zich de moeite van het omdraaien van het beeld had kunnen besparen.
Ook Jean Michel Traimond, gids in het Louvre en het Musée d’Orsay in Parijs, heeft vaak gemerkt dat mensen niet lijken te beseffen waar ze naar kijken. En dat is maar goed ook wat hem betreft, want hij vindt dat jonge meisjes, kinderen en beschroomde mensen in een museum niet geconfronteerd horen te worden met seks. Als voorbeeld van zo’n onzedelijk beeld toont hij een centaur die een Bacchante omarmt, van de Zweedse beeldhouwer Sergel. Aan de ene kant houdt de centaur de arm van de priesteres vast, aan de andere kant zie je dat hij ook een hand op haar billen heeft gelegd, en met één vinger haar anus streelt en met een andere haar vagina betast. Volgens Jean Michel Traimond heeft de gemiddelde museumbezoeker dat niet in de gaten, omdat hij een museum beschouwt als een achtenswaardig oord waar geen plaats is voor primitieve driften. ‘Kunst is iets voor de bourgeoisie, een genot voor de elite. Voor het grote publiek is het ondenkbaar dat iets ‘laags’ als erotiek ook als kunst wordt beschouwd.’
Hoe langer je erover nadenkt hoe wonderlijker het wordt: de enigen die zich een beetje gedragen in een museum zijn de bezoekers, alle beelden staan stijf van seks en geweld. Ik ga snel weer eens naar het Rijksmuseum en het Allard Piersson, ik ben benieuwd wat er te zien is nu mijn ogen eindelijk geopend zijn.
Klik hier om de documentaire 'Verborgen musea – Erotische kunst' te bekijken.