Ned / Eng
DIGITALE WEGGEEFWINKEL

Artikel en illustratie over de vernieuwende website van het gerenoveerde Rijksmuseum, verschenen in VPRO Gids #14 (6 t/m 12 april 2013).

(Scroll naar beneden om artikel te lezen.)

     

Digitale weggeefwinkel

Het nieuwe Rijksmuseum levert gratis digitale meesterwerken voor in de huiskamer. Op de website van het Rijks kan wat in het museum zelf niet mag: overal aanzitten en alles meenemen.

Dezer dagen wordt de laatste hand gelegd aan de inrichting van het gerenoveerde Rijksmuseum in Amsterdam. Vooruitlopend op de heropening op 13 april 2013 ontwikkelde Fabrique een nieuwe website, die eind 2012 werd gelanceerd. Deze website baarde internationaal opzien. Het is een grabbelton met 125.000 gedigitaliseerde meesterwerken, die je (inclusief craquelé) in hoge resolutie gratis mag downloaden en naar eigen inzicht ordenen, bewerken en delen.
Taco Dibbits, directeur collecties, onderschrijft de uitspraak van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys (1921–1986): iedereen is een kunstenaar. Als je mensen maar de kans biedt om creatief te zijn. Op de website van het Rijks kan dan ook wat in het museum zelf niet mag: overal aanzitten en alles meenemen. De website is ingericht als een etalage vol oogsnoep. Tekst en uitleg zijn tot een minimum beperkt, het beeld krijgt alle ruimte. Wie achtergrondinformatie wenst wordt op zijn wenken bedient, maar moet die zelf tevoorschijn klikken. Lezen is goed, kijken is beter. Zelf maken is het beste.
Wie de website van het Rijks bezoekt, kan een eigen online atelier openen: de Rijksstudio. Daarmee kun je kunstwerken of details uit kunstwerken in een eigen digitale verzameling onderbrengen. Of eigenhandig souvenirs ontwerpen en bestellen. Het Rijksmuseum biedt zelf traditionele mogelijkheden: ansichtkaarten, posters en dergelijke. Maar via de link ‘Van shirt tot scooter’ verwijst het Rijks naar bedrijven waar zich weidser perspectieven ontvouwen. Bij ‘Kleur mijn interieur’ kun je fotobehang bestellen, bij ‘DesignSkins’ vinyl stickers voor op telefoons en laptops, en bij ‘eeeeFUN’ bedrukte scooters.

Linker onderhoeken
Om de creatieve hebberigheid danwel hebberige creativiteit van de bezoeker te ontketenen, heeft het museum een aantal designers uitgenodigd om te demonstreren waar strooptochten door de collectie toe kunnen leiden. Zo ontwierp Studio Droog een tatoeage met een detail van Stilleven met bloemen in een glazen vaas (1650–1683) van Jan Davidsz. de Heem, en printte Alexander van Slobbe een stukje Stilleven met breidel (1614) van Johannes Torrentius op een zijden shawl.
Tot dusver valt de hoeveelheid bezoekers die de kunstenaars navolgden en een product ontwierpen tegen. Peter Gorgels, internetmanager van het Rijksmuseum, denkt dat mensen het bestelproces te ingewikkeld vinden, of hun digitale maaksels niet mooi genoeg. Wat wel aanslaat, is de mogelijkheid om een eigen digitale verzameling samen te stellen, en die, voorzien van een passende titel, op de website achter te laten voor wie het wil zien. De meeste bezoekersportfolio’s zijn niet bijster oorspronkelijk, maar een enkeling bedenkt een opvallende invalshoek. Zoals Mark Creegan, die een collectie aanlegde met louter beelden van de linker onderhoeken van schilderijen.
Sinds het internet een feit is, staan publieke instellingen en archieven voor de opgave om het openbare bezit dat zij beheren digitaal te ontsluiten. Als zij het zelf niet doen, gaan voortvarender partijen er wel mee aan de haal. In februari 2011 werd bijvoorbeeld het Google Art Project online gelanceerd: een samenwerking van Google met 151 internationale musea. Net als op de website van het Rijksmuseum biedt het Google Art Project digitale reproducties waarbij kan worden ingezoomd tot bijvoorbeeld de verfstreken van een schilderij zichtbaar zijn. Een belangrijk verschil met de website van het Rijksmuseum is dat het copyright bij het Google Art Project bij de verschillende betrokken musea ligt, en bezoekers de beelden niet mogen downloaden om ze te reproduceren of te manipuleren. Voor de applicatie Guardian Eyewitness, die elke dag een schermvullende spectaculaire nieuwsfoto publiceert, geldt hetzelfde: de beelden vallen onder het auteursrecht. Je kan ze niet gratis downloaden. Wel kopen.

Cultuursnackers
Het Rijksmuseum heeft tijdens zijn comateuze jaren een revolutionaire stap voorbereid op het terrein van het ontsluiten van cultureel erfgoed. Het museum overtreft Google en de Guardian wat betreft het interactieve en democratische -want gratis- gehalte van de website. De diepe depotslaap waarin de meeste stukken van de collectie de afgelopen tien jaar noodgedwongen ondergedompeld waren, bood een buitenkans. De nieuwe boodschap is duidelijk: iedereen mag alles. De Nachtwacht op je scooter, Het melkmeisje op je onderbroek, elke dag een andere plaktatoeage van een vreemde vogel van Melchior d’Hondecoeter op je schouder. Democratischer omgang met cultureel erfgoed is moeilijk denkbaar.
Wat steekt er achter de beslissing van het Rijks om te investeren in een glossy ogende website die in werkelijkheid een digitale weggeefwinkel is? Het blijkt een charmeoffensief om een nieuwe doelgroep aan te boren: de ‘culture snackers’. Dit zijn geen klassieke museumbezoekers die het vanzelfsprekend vinden om nu en dan kunst te gaan bekijken en daarvoor te betalen. De cultuursnackers zijn geroutineerde websurfers die altijd één oog op het scherm hebben, en één vinger aan de toetsen. Onafgebroken zoeken ze mooie plaatjes om hun virtuele identiteit mee te versieren. Ze jutten voor hun Pinterest-prikbord, Facebookvrienden of Twittergehoor. De cultuursnacker heeft wel wat weg van de horizontale mens zoals Alessandro Baricco hem kenschetst in zijn boek De barbaren (2006): een wezen dat altijd jaagt op nieuwe ervaringen zonder zich ooit ergens in te verdiepen uit angst snelheid te verliezen.
Waarom wil het Rijks deze barbaarse cultuursnackers aan zich binden? Het is toch al een buitengewoon populair museum? Wie de tijdelijke tentoonstelling bezocht die gedurende de verbouwing geopend was, moest in een lange rij aansluiten om een paar seconden langs de topstukken te schuifelen. Hoe druk moet het worden? Mogelijk vergrijzen de museumbezoekers van het oude stempel, en is het museum op zoek naar nieuwe aanwas. Bovendien stellen de nieuwe sponsors Philips, ING, BankGiroLoterij, KPN en Heineken ongetwijfeld prijs op de grootst mogelijke zichtbaarheid.

Aura's
Het risico bestaat dat mensen niet meer naar het Rijks gaan als ze de kunstwerken overal binnen digitaal handbereik hebben. Peter Gorgels denkt daarentegen, dat het vergroten van het ‘virtuele aura’ van beroemde kunstwerken de aantrekkingskracht van hun materiële oerverschijning zal vergroten. Als er wordt gerept van aura’s van kunstwerken is Walter Benjamins Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid (1936) er aan te pas gekomen. In dit essay filosofeert Benjamin over het verschil tussen een beeld en zijn afbeelding, en wat er door reproductie verloren en gewonnen kan worden. Een origineel kunstwerk heeft volgens Benjamin een aura, dat in zijn reproductie afwezig is.
Nu de kwaliteit van digitale beeldresolutie de maximale capaciteit van wat het menselijk oog kan waarnemen bereikt, kan een reproductie een origineel op sommige punten in zeggingskracht overtreffen. Online laten de topstukken van het Rijks zich in veel groter detail en van veel dichterbij bekijken dan in het museum. Toch blijft dat aura van Benjamin een magisch argument. Er is maar één moment waarop een origineel is gemaakt, door specifieke handen. Dat origineel kan zich in al zijn kwetsbare ouderdom slechts op één lokatie bevinden.
Originelen en reproducties hebben kortom beide hun voor- en nadelen. Wie weet groeien aura’s van originelen naarmate er meer afbeeldingen van ze in omloop zijn, en winnen de afbeeldingen daardoor op hun beurt weer aan betekenis. Taco Dibbits denkt bovendien, dat mensen zich aan een afbeelding verbinden als ze er digitaal mee fröbelen, omdat het beeld dieper in hun bewustzijn en geheugen zou doordringen.
Het offensief van het Rijksmuseum om de appetijt van de cultuursnackers op te wekken lijkt goed te slagen. De eerste drie maanden dat de nieuwe website 'in de lucht' was zijn er al meer dan 32.000 bezoekersportfolio’s gemaakt, en werden er meer dan 112.000 kunstwerken gedownload. Rest de vraag, of deze cultuursnackers ook op het museum af zullen komen. Achter de webfilosofie van het Rijks schuilt namelijk een ouderwetse verheffingsambitie. ‘In het ideale geval slagen we erin de cultuursnackers  te veranderen in echte kunstliefhebbers,’ aldus Gorgels. Zal het animo om een schilderij in het echt te zien toenemen als je het elke dag op je dekbed ziet, en het tot in zijn porieën hebt bekeken op je tablet? De tijd zal het leren.

[Kader] Het nieuwe Rijksmuseum

Toen het museum eind 2003 sloot, mikte men op heropening in 2008. Wie zich afvraagt waarom de verbouwing twee keer zo lang heeft geduurd kan het vierluik Het nieuwe Rijksmuseum van documentairemaker Oeke Hoogendijk bekijken. Zij volgde het moeizame proces vanaf het begin. De fascinerende documentaire zuigt de kijker het moeras van de polderdemocratie in. Er komt geen eind aan de tegenslagen en vergissingen: het protest rond de fietsersonderdoorgang, de bezwaren van de welstandscommissie tegen het ontwerp van de Spaanse architecten Cruz en Ortiz, de mislukte aanbesteding, de wisseling van directeur. Gelukkig komen ook de aanstekelijke geestdrift en liefde voor kunst van de museumstaf aan bod. Met de eerste twee delen van Het nieuwe Rijksmuseum (2005-2009) won Oeke Hoogendijk in 2010 de Beeld en Geluid Award in de categorie cultuur.