Tekst voor publicatie ter gelegenheid van de tentoonstelling Dark Matter van Ruth van Beek en Roosmarijn Schoonewelle in de Amsterdamse C3 Gallery in mei 2012. (Scroll naar beneden om artikel te lezen.)
Dark Matter
'Dark matter' of donkere materie is een wetenschappelijk term om iets onverklaarbaars te benoemen. Het is massa die niet met optische middelen te detecteren valt. Haar bestaan is een vermoeden, gebaseerd op de waargenomen baanbeweging van verre sterren en de afgeplatte spiraalvorm van sterrenstelsels waaronder die van onze eigen Melkweg. De onzichtbare substantie zou volgens de laatste inzichten van de wetenschap 85 % uitmaken van alle materie waar het heelal mee gevuld is. De resterende 15 % geldt als bekend: dat zijn de atomen waar wij zelf van gemaakt zijn, en alles dat wij waarnemen. De donkere deeltjes bevinden zich niet buiten ons: zij trekken dwars door ons en onze stoffelijke werkelijkheid heen, zonder zich iets aan onze atomen gelegen te laten liggen. Zij vormen een spookrealiteit die op geen enkele wijze op onze werkelijkheid lijkt te reageren, maar wel de structuur van het heelal bepaalt, en alles wat daarin beweegt richting geeft.
Het is een even angstaanjagende als opwindende gedachte. Zodra je probeert je er een voorstelling van te maken, ontstaat er mentale kortsluiting. Hoe kun je buiten de waarneming om waarnemen? Dat kan niet. Wetenschappers hebben het deeltje te voorschijn gerekend, maar ze hebben het nog op geen enkele manier kunnen betrappen. Net als wetenschappers vormen kunstenaars nieuwe werkelijkheid. Beiden gaan af op hun intuïtie bij het doen van hun experimenten. Als vertrekpunt is er het als bekend veronderstelde, en het verlangen de bestaande grenzen te verkennen. Door het zogenaamd gekende opnieuw te rangschikken en te ontleden valt er nieuwe ruimte open. Terra incognita voor de verbeelding en het bewustzijn.
Ruth van Beek (Zaandam, 1977) bezit een enorme verzameling beelden. Ze schift tijdschriften, familie-albums en boeken op zoek naar bruikbaar materiaal voor haar collages. De foto's die ze uitkiest hebben zeer uiteenlopende onderwerpen, van dicht bij huis tot exotisch. Haar archief bevat bijvoorbeeld de categorieën meubels, knutselen, huishouden, bloemschikken en tuinieren. Maar ook archeologische vondsten, verre landen, avonturen in de wildernis, jagers, wilde dieren en luchtvaartongelukken. Wat deze verscheidenheid aan beelden bindt, is hun intentie. Het is functionele fotografie, die ten doel heeft dingen uit te leggen en duidelijk te maken. Op de foto's die Van Beek selecteert wordt iets zo overzichtelijk mogelijk in beeld gebracht. De composities dienen geen vragen op te roepen, maar houvast te bieden. Het zijn presentaties, aanwijzingen en verklaringen. Uit deze illustratieve beelden snijdt Van Beek de onderdelen voor haar dubbelzinnige collages. De fragmenten die ze bij elkaar brengt ogen vertrouwd, maar losgezongen van hun oorspronkelijke context verliezen ze hun vanzelfsprekendheid. Het zijn onderdelen met zwevende identiteiten geworden. Bij het zien van Van Beeks collages overvalt je een tegenstrijdig gevoel van zowel herkenning als vervreemding. Je betrapt je blik op zijn behoefte om iets direct te willen identificeren. Maar de beelden van Van Beek geven je de kans niet om op de automatische piloot over te schakelen. Ze laten het oog verdwalen op zoek naar wat het meent te kennen, totdat het ervaart hoe het vergeefs orde en waarheid probeert te construeren. Je staart recht in je dode hoek.
Ook Roosmarijn Schoonewelle (Hoorn, 1980) put uit een verzameling, een groeiend reservoir van karakteristieke vormen die steeds terugkeren. Bergen, sokkels, wolken en geruite vlakken die als dienbladen of vloeren fungeren. Her en der danst een feestelijk stipje confetti. Schoonewelle is tekenaar, maar ze lapt elke definitie en conventie van het genre aan haar laars. Ze schildert en tekent door elkaar, knipt stukken uit tekeningen en maakt daar collages van, of stapelt ze op. Ze plakt tekeningen op hout en karton, presenteert ze staand op plankjes of zet ze gestut in de ruimte. Haar tekeningen sijpelen naar de vloer, kruipen het plafond op, lijken zich van de muur af te willen zetten om weg te springen. Het werk van Schoonewelle leeft. Het is figuratief noch abstract, het laat zich niet in een kamp dwingen. Het ontsnapt. En terwijl het aan je blijft ontglippen, raak je niet uitgekeken. Net als bij Van Beek meen je af en toe in haar beelden een voorwerp, vorm of substantie te kunnen herkennen. Dan ontlaadt kortstondig de spanning van het kijken zonder grip te krijgen, en die opluchting verleent de ontdekking iets komisch. Even durf je te vertrouwen op je vermogen het beeld in taal te vatten: ha, een uitgeknipte golf op een plankje. Een kwal die boven een tafel langszwemt. Een schoorsteenvaas. Je krijgt een licht gevoel van dankbaarheid: dat ken ik. Een eiland op pootjes. Maar deze bakens van vertrouwde vormen maken deel uit van entourages die verder weinig bekends hebben, al schemeren de geraamtes van traditionele genres als het landschap, interieur en stilleven er doorheen. Het is alsof de materie in haar werk alle denkbare en ondenkbare vormen aan zou kunnen nemen. Ondanks hun zwierige presentatie lijken de composities van Schoonewelle op angstaanjagende wijze onderdrukt te vibreren, alsof de arrangementen elk moment bedolven kunnen worden onder een lawine of weggevaagd door een vloedgolf, of van binnenuit kunnen exploderen als de druk te hoog wordt.
De wetenschap kan voorlopig nog geen bewijs van donkere materie leveren, laat staan er een beeld van construeren. Wie een indruk wil krijgen van de onbekende duisternis die ons en onze wereld doorkruist, kan enkel zoeken naar wat ontbreekt. Ruth van Beek en Roosmarijn Schoonewelle weten de kieren in de waarneming bloot te leggen. Het onzichtbare gonst in hun beelden en in het wit er omheen. Als er ergens verborgen deeltjes door de filters van onze waarneming heen kunnen komen, is het in hun even verleidelijke als verontrustende werk. De blik raakt ontmanteld, de materie staat op knappen. De donkere deeltjes zijn voelbaar aanwezig. Of we er nu klaar voor zijn of niet, het onbekende is er al.