Artikel over tekenaar Pedro Bakker in Mister Motley # 32 – Geschiedenis. De recente geschiedenis van Nederland verteld door de kunst. Juni 2012.
De moeder van kunstenaar Pedro Bakker was streng katholiek en psychotisch, een gevaar voor haar zes kinderen. Pedro Bakker neemt haar als uitgangspunt in zijn werk.
(Scroll naar beneden om artikel te lezen.)
De moeder als muze
Steeds zie je dezelfde vrouw terugkeren. Ze heeft een opvallend rode mond en een intense, verstarde blik. Soms stulpt haar onderlip zo woest naar buiten dat je er bang van zou worden. Ze vormt een paar met een man in pak met een keurige scheiding. Een onberispelijke meneer en mevrouw uit een voorbije tijd. Ze raken wel in rare situaties verzeild. Wat doen ze half ontkleed in de sneeuw, bij die blokhut? Wat stellen die aan de bomen vastgebonden blote soldaten op de achtergrond voor? Waarom kijken ze steeds zo strak en afwezig? Er is iets helemaal niet in de haak.
Pedro Bakker (Wervershoof, 1952) maakte een reeks overdonderende tekeningen onder de titel L’éternel retour/Ma mère et Georges B. (2011). De potlood- en aquarelkleuren zijn licht, aantrekkelijk en intrigerend. Maar mooi? Nee, dat is niet het goede woord. De sfeer is broeierig, beladen. Er lijkt zich een drama te voltrekken.
Wie op zoek gaat naar achtergrondinformatie ontdekt dat de tekeningen weliswaar fictief zijn, maar dat het verzonnen liefdespaar is samengesteld uit twee mensen die echt bestaan hebben. Bakker heeft als hoofdpersoon zijn moeder Afra gekozen en gaf haar als tegenspeler Georges B., gebaseerd op de Franse schrijver, filosoof en dichter Georges Bataille (1897 –1962).
Ik maak een afspraak met Pedro Bakker. Ik ben benieuwd waarom hij zijn moeder als hoofdpersoon heeft gekozen, en waarom hij haar aan de zijde van Georges B. op avontuur stuurt in zijn tekeningen. Voorafgaand aan ons gesprek stuurt Bakker me Een ongecensureerd praatje, een toelichting op zijn werk die hij schreef voor de solotentoonstelling Burnt Home in Witzenhausen Gallery New York (2010). Zijn werk blijkt ingewikkeld in elkaar te zitten, en voort te komen uit een aangrijpende persoonlijke geschiedenis.
Bakkers moeder was psychotisch. Ze trouwde als achtentwintigjarige maagd met zijn vader. Ze kregen zes kinderen. Afra was streng katholiek. ‘Ze had het liefst al haar kinderen onbevlekt gehad, want elke keer raakte ze na de bevalling in een crisis,’ schrijft Bakker.
Toen hij acht jaar oud was reed een van zijn broertjes op een onbewaakt moment op zijn driewieler de sloot in en verdronk. Een maand later wurgde zijn moeder een ander broertje, een baby nog. Ze werd opgenomen in een katholiek psychiatrisch ziekenhuis waar ze vier jaar zou blijven. Pedro Bakker en zijn broer en zus werd verteld dat het kleine broertje ‘in het bedje was gestikt’.
Na de tragedie werd er niet meer over het gebeurde gesproken. Maar Pedro Bakker voelde dat iedereen zijn moeder veroordeelde. Toen hij zeventien was hoorde hij wat er werkelijk gebeurd was.
Pas als hij 54 jaar oud is, even oud als zijn moeder toen ze zelfmoord pleegde op het toilet, maakt hij voor het eerst werk gebaseerd op zijn herinnering aan haar. Hij had zich opgegeven voor An existentialist retreat (2006), een project van de Engelse kunstenaar Chris Evans. Evans nodigde kunstenaars uit om een week in een kale cabine te verblijven aan de rand van de Amsterdamse ringweg. Hij stelde zich voor dat zij zich in die desolate setting zouden overgeven aan de ultieme zoektocht naar vrijheid, door zich ‘in een diepe afgrond van onzekerheid en angst’ te storten. Deze hoop kwam wat Bakker betreft volledig uit. Hij werd aangevlogen door de herinnering aan de dood van zijn moeder, dertig jaar eerder. ‘Dit lijkt mijn zelfmoord wel,’ dacht hij. Om zijn angst uit te bannen, sleepte hij de toiletpot uit de keet naar buiten en tekende zichzelf, zittend op de wc-pot aan de A10 (Is P. Kierk an artist or not? - 2006).
In 2008 begint Bakker aan de masteropleiding Artistic Research van de Universiteit van Amsterdam en kiest zijn moeder als thema voor zijn onderzoek. Vanaf dat moment is ze zijn muze. Hij maakt collage-achtige tekeningen met teksten op basis van familiekiekjes en foto’s uit tabloids. Hij tekent onder meer OUR MUM FELT NEGLECTED AND WANTED SYMPATHY (2009). De tekening heeft iets weg van een puzzel, een reconstructie. De boerderij waar de familie Bakker woonde staat erop, en portretten van zijn moeder met haar man en kinderen. Plus twee graven. Pedro Bakker noemt het een ‘documentaire tekening’.
Dan brandt de zeventiende-eeuwse stolpboerderij waar hij is opgegroeid tot de grond toe af. Bakker maakt de serie Burnt home (2009-2010). Tegen de achtergrond van de afgebrande boerderij tekent hij zijn belangrijkste jeugdherinneringen. Burnt home 5 toont zijn vroegste herinnering, toen zijn moeder buiten zinnen was geraakt. ‘Mijn moeder werd door mensen uit het dorp naar huis gedragen, er werd geschreeuwd, tumult, ik zag haar boven op de dijk. […] Wat schaamde ik me, die lompe buren tussen de benen van mijn moeder.’
Burnt home 6 gaat over zijn broertje dat in de sloot verdronk. In Burnt home 7 wurgt zijn moeder zijn andere broertje. In de hoek zweeft de heilige maagd Maria. In Burnt home 9 heeft Bakker zichzelf getekend terwijl hij naakt tegenover zijn moeder staat, biddend. Het zijn vreemde, akelige tekeningen. De beeldcultuur van de katholieke kerk echoot er in door, met haar geschilderde bijbeltaferelen, bidprentjes en ex voto’s. Beelden die iets of iemand in herinnering brengen, maar ook als middel dienen om de met het afgebeelde samenhangende angsten, kwellingen of gevaren te bezweren.
Na Burnt home begint Bakker aan L’éternel retour/Ma mère et Georges B. Hij laat zijn herinneringen los, en gaat aan de haal met zijn moeder als fictief personage. ‘Ik vereer mijn moeder. Ik wil haar nieuw leven inblazen in de periode dat zij een jonge vrouw was.’ Hij geeft haar Bataille als partner en tegenhanger. ‘Dood, erotiek en religie waren fundamentele elementen in haar leven. Dat waren ook voor Bataille de hoofdzaken.’
Bataille groeide op in een atheïstische familie, maar raakte als schooljongen geïnteresseerd in het katholicisme en overwoog zelfs om priester te worden. Postuum verscheen zijn controversiële boek Ma mère (1966), waarin een zoon verliefd is op zijn moeder en een sadomasochistische seksuele relatie met haar krijgt. Ook uit eerder werk blijkt Batailles fascinatie voor het obscene en voor duistere driften.
Op zoek naar een omgeving voor zijn liefdespaar stuit Pedro Bakker op de film L’éternel retour. De film draait om een tragische liefdesgeschiedenis van een zeer arisch uitziend paar, en was in 1943 razend populair in het door de nazi’s bezette Parijs. ‘Fantasie moet wel in een realistische setting plaatsvinden. Ik vond Parijs een mooie context, ook vanwege de onduidelijk scheiding tussen goed en kwaad. Ik verzin zelf scenes, als een nieuwe regisseur in hetzelfde décor en met beeldelementen uit de film, met nieuwe acteurs.’ De film geeft hem visueel houvast. En hij werkt met beeldcitaten; zovliegt bijvoorbeeld een flesje met het opschrift ‘Poison’ door de lucht, net als in L’éternel retour. Anders dan het etiket suggereert, bevat het een liefdesdrank. Voor Bakker heeft het flesje weer een andere betekenis: hij ziet het als een symbool voor de psychose van zijn moeder.
In de tekeningen duiken ook beeldcitaten op uit het werk van de outsider-kunstenaar Henry Darger (1892–1973). Op L'éternel retour 7/Ma Mère et Georges B. (1943) staan aan bomen vastgebonden blote soldaten, en op L'éternel retour 3/Ma Mère et Georges B. (1943) zijn naakte kinderen met wapens afgebeeld op het servies op tafel, allebei afkomstig uit tekeningen van Darger. Zijn werk is doordesemd van erotiek en geweld, net als dat van Bataille. Hij was een verwarde man die zijn leven grotendeels in afzondering doorbracht. Toen hij vier jaar oud was stierf zijn moeder, waarna hij in katholieke weeshuizen belandde waar hij veel gestraft en gepest werd vanwege zijn afwijkende gedrag. Op zijn zestiende liep hij weg. Later werkte hij als conciërge in katholieke ziekenhuizen. Soms ging hij wel vijf keer per dag naar de kerk.
Na zijn dood werd bij het leegruimen van zijn huis zijn levenswerk aangetroffen: een gigantisch manuscript getiteld The Story of the Vivian Girls, in What is known as the Realms of the Unreal, of the Glandeco-Angelinian War Storm, Caused by the Child Slave Rebellion, plus honderden tekeningen en waterverfschilderijen die de tekst illustreerden. The Realms of the Unreal verhaalt over de bloedige strijd tussen opstandige kindslaven en hun onderdrukkers. Op sommige tekeningen worden blote, soms tweeslachtige kinderen gemarteld. Kunsthistoricus en psychoanalyticus John M. MacGregor schrijft in zijn boek Henry Darger In The Realms of The Unreal (2002) dat Darger de geest van een serial killer had. ‘Dat fascineert mij mateloos,’ zegt Pedro Bakker. ‘Bij Darger denkt iedereen dat hij ertoe in staat zou kunnen zijn, maar hij deed het wellicht niet. Mijn moeder deed het, en niemand had het kunnen denken.‘
Taboes zijn meestal niet voor niets taboe geworden. Sommige gedachten en daden zijn eng en gevaarlijk. Maar ook al valt niet alles te verwerken en op te lossen, het is beter uitdrukking te geven aan schokkende emoties, dan om ze te blokkeren.
Bataille, Darger, een film met fascistische trekjes: Pedro Bakker omringt zijn moeder met symbolen die verwijzen naar ongetemde verlangens en driften, die aan de discipline van de moraal ontsnappen. Hij pareert taboes met zijn fantasie, en geeft zijn intuïtie vrij spel bij het mengen van feit en fictie. Wil hij zijn moeder en zichzelf bevrijden van voorschriften die de woestheid van de mens ontkennen? Bakker wil op die vraag niet te veel nadruk leggen. Uiteindelijk draait het om wat een beeld zelf vertelt, en is het aan de toeschouwer om daar al dan niet iets aan te ontlenen of in te herkennen.
Zoals je als kind kijkt naar volwassenen en voelt dat er zich van alles tussen hen afspeelt maar niet weet wat er precies aan de hand is, zo kijk je naar L'éternel retour Ma Mère et Georges B. Het is een gemengd genoegen, even spannend als beklemmend.